Repertoire

Bron: artikel van Dr M. Antonowycz bij 25-jarig bestaan UBK, 1976

Het grootste gedeelte van het repertoire van het UBK omvat de Oekraïense liturgische en wereldlijke muziek. Deze muziek nu is, afgezien van enkele Oekraïense liederen welke door Russische koren (zoals Don Kozakken, enz.) hier uitgevoerd worden, in West-Europa zo goed als onbekend. In de Westerse literatuur kan men ook geen gegevens over de Oekraïense muziek vinden; over Oekraïne zelf, het Oekraïense volk en de Oekraïense taal en literatuur kan men tenminste in de nieuwste edities van de encyclopedieën enige informatie vinden; over Oekraïense muziek echter niets.

De enige gegevens in de Nederlandse taal over Oekraïense muziek zijn te vinden in de “Encyclopedie van de Muziek” (Uitg. Elsevier Amsterdam 1956, Bd I, pag. 116-118 en Bd II, pag. 407 en 409) alsmede in de “Algemene Muziek Encyclopedie”, uitgegeven in Antwerpen (verg. artikel over Kyiv, Bd. IV, pag. 52-54, Oekrainsche muziek Bd. V, pag. 275-284, USSR Bd. 6, pag. 611-616 en artikelen over Bandoera, Doema, Hopak etc., uitg. Creyghton – Bilthoven, The Chants from Ukrainian Hermologia, Dr. M. Antonowycz, M.G.G. Ukraine

Bij deze stand van zaken lijkt het mij dus wel nuttig en zelfs noodzakelijk, hier enige informatie over de Oekraïense muziek te verstrekken. Dit is des te noodzakelijker, omdat men, bij het aanhoren van het door het UBK uitgevoerde repertoire, geneigd zou zijn dit te beschouwen als weerspiegeling van de gehele Oekraïense muziekcultuur. Dit zou ons echter te ver voeren, omdat dit repertoire slechts een klein deel van de Oekraïense muziek weergeeft: en, laten we eerlijk zijn, niet altijd het meest karakteristieke deel. Hetgeen een diepere oorzaak heeft.

  • De doelstelling van het UBK is er op de eerste plaats niet een van zuiver artistieke aard.
  • Oekraïense muziek is hier, in West-Europa, moeilijk verkrijgbaar, zodat men zich veelal moet behelpen met muziek die men min of meer toevallig in bezit heeft of krijgt.
  • Het UBK is uitsluitend uit Nederlandse amateurzangers samengesteld, hetgeen medebrengt dat bepaalde genres liederen deze zangers beter liggen.

 

Liturgische muziek

De Oekraïense liturgische muziek omvat een duizendjarige geschiedenis. Het begin van deze muziek ligt nog gehuld in hypothesen. De meest aannemelijke gedachte is wel de volgende: de oorspronkelijke liturgische muziek kwam in de tiende eeuw, samen met het christendom, uit het Byzantijnse rijk. In de loop der tijd heeft deze muziek een eigen ontwikkeling ondergaan; veel van de oude muziek is waarschijnlijk verloren gegaan en vervangen door nieuwere muziek.

De oude boeken nu zijn in Kryuki (lijnloze tekens) geschreven. En het is tot nu toe niet mogelijk met zekerheid te zeggen in hoeverre de hedendaagse Oekraïense liturgische muziek in verband met deze oude boeken uit de 11e tot 14e eeuw en in hoeverre deze oude Kryuki-muziek in verband staat met de oude Byzantijnse liturgische muziek of met de muziek van andere Oosterse volkeren.

De nieuwe fase in de Oekraïense liturgische muziek begint ergens in de 16e eeuw. In deze tijd – waarschijnlijk in de tweede helft van de 16e eeuw – hebben de Oekraïners (toen Ruthenen of Roxolani genoemd) in hun kerkdienst van de Byzantijnse ritus de polyfone muziek in West-Europese zin ingevoerd.

Ook in het muziekschrift werden revolutionaire ingrepen gedaan. In plaats van het oude Kryuki-schrift werd bijvoorbeeld het muziekschrift in vijf lijnen ingevoerd, zogenaamd Kiewske znamja (Kiëwer tekens). In dit nieuwe muziekschrift werd in  Lviv (1700) het eerste gedrukte Hirmologion (boek waarin de meest voorkomende liturgische gezangen zijn vervat) uitgegeven, welk boek vele herdrukken beleefde (1709, 1756, 1774, enz.).

De Oekraïense hervorming op het gebied van liturgische muziek en muziekschrift heeft opschudding veroorzaakt. In Griekenland bijvoorbeeld ageert men ook thans nog tegen de polyfone muziek en gebruikt men nog steeds het lijnloze muziekschrift. Bijzonder felle strijd tegen deze Oekraïense hervorming ontstond tegen het eind van de 17e eeuw in de Russische kerk toen dit nieuwe schrift naar Moskou begon door te dringen en dit was een der redenen van de splitsing in de Russische kerk. Mettertijd heeft deze Oekraïense richting ook in de Russische kerk de overhand verkregen. Hiervoor zorgden de Russische tsaren, de Moskouer Patriarch Nikon en de massa’s Oekraïners (volgens Brückner waren er miljoenen) geestelijken, geleerden, zangers, enz. die sinds het midden van de 17e eeuw naar Russische centra werden overgeplaatst en belangrijke functies in de Russische kerk en het culturele leven vervulden.

Zodoende kreeg tegen het einde van de 17e eeuw de polyfone muziek in de Russische kerk ingang. Tegen het einde van de 18e eeuw verschenen in Moskou de eerste Russische gedrukte Hirmologion en andere liturgische muziekboeken. In deze Moskouse uitgaven werd niet alleen hetzelfde Oekraïense muziekschrift gebruikt, als in het Lemberger Hirmologion, maar werden ook vele Oekraïense melodieën overgenomen. En tot aan de dag van vandaag worden deze in de Russische kerk in de praktijk gebruikt.

Tot de belangrijkste Oekraïense componisten van de 18e eeuw behoren Dmitry Bortnianskyj (1751-1825), Maksym Berezowskyj (1745-1777) en Artemyj Vedel (1767-<1808). Genoemde componisten werkten kortere of langere tijd in de Russische hoofdstad en waren van grote betekenis zowel voor de Oekraïense als voor de Russische muziek. In hun liturgische werken ziet men enerzijds hun sterke gebondenheid aan de Oekraïense muziektradities, anderzijds zijn duidelijk Italiaanse invloeden merkbaar. In hun voetsporen traden meerdere Oekraïense componisten uit de 19e eeuw. De nieuwe stroming in de Oekraïense liturgische muziek ontstond eerst aan het eind van de 19e en het begin van de 20e eeuw.

Verschillende Oekraïense componisten trachtten in de liturgische muziek de Oekraïense nationale karaktertrekken sterker te laten gelden en deze muziek dichter bij de Oekraïense volksliederen te brengen. Tot deze groep behoren ten eerste Oleksander Koshetz (1875-1944), Mykola Leontowicz (1877-1921), Kyrilo Stečenko (1882-1922) en, tot op zekere hoogte, de in Wenen wonende Andriy Hnatyshyn (1906-1995). Deze laatste was persoonlijk bevriend met onze dirigent en heeft meerdere liederen voor het UBK gecomponeerd.

Voorts treft men in de Oekraïense kerken twee soorten van kerkzang aan: de liturgische melodieën worden door alle in de kerk aanwezige personen meegezongen of de gezangen worden geheel of gedeeltelijk door koorzangers uitgevoerd. Bij de koorzang onderscheiden wij weer twee groepen van gezangen: ten 1e de meerstemmige bewerking van de oude traditionele liturgische melodieën; ten 2e de liturgische composities van de componisten. Zowel in liturgische melodieën en in de manier van zingen onderscheidt men verschillende lokale varianten. Tot de beroemdste Oekraïense liturgische gezangen behoren de Kiëwer melodieën, in het bijzonder die van het Petjerska Lavra (Holenklooster). Deze laatste zijn op grond van de traditionele meerstemmige gezangen der monniken in partituur gebracht en uitgegeven in de Obikhod in 1909/1910.

Wereldlijke muziek

Lyrnyki/Lier

Bandoera/Luit

Dudaryk/Doedelzak

De volksliederen nemen in het Oekraïense koorrepertoire sinds de 18e eeuw een belangrijke plaats in. De Oekraïense volksliederen hebben hun eigen karakter en schoonheid. Ook als men tussen deze Oekraïense volksmuziek en die van buurvolkeren (Russen, Polen, Wit-Ruthenen, Slowaken, Tsjechen, Hongaren en Roemenen) door de wederzijdse invloeden hier en daar bepaalde gelijkenissen vindt.

Sinds onheuglijke tijden bezingt de Oekraïner het leven in al zijn schakeringen. Het lied van de moeder zingt haar kindje in slaap, begeleidt het argeloze spel van de kleuters. De jeugd laat in de zang haar teerste gevoelens spreken en de oeroude bruiloftstradities gaan hand in hand met de oudste melodieën. Het huiselijk leven wordt in talloze thema’s bezongen en zelfs bij het graf verstommen de klanken niet. Ieder jaargetijde heeft zijn eigen karakteristieke liederenschat. In de winter klinken omstreeks Kerstmis en Nieuwjaar door de heldere vriesnacht de stemmen van de kinderen over het dicht besneeuwde land. Van huis tot huis zingen zij de bewoners in hun Kerst- en Nieuwjaars liederen toe, dat het Christuskind geboren is. De liederen in de lente ademen de uitbundige sfeer van de voorjaarsfeesten; in de zomer en de herfst vertellen zij van het landelijke leven, van de zorg voor het gewas en de vreugde om de oogst. Vooral deze laatste zijn van een bezielde levensblijheid. De dansliederen voeren ons in een wereld waar vurige ritmen en opgewonden harten, bonte klederdrachten en stralende Oekraïense zomernachten een ware symfonie van vreugde en levensblijheid vormen.

Maar vele oorlogen, verwoestingen en vreemde bezettingen, welke dit land in de loop van de geschiedenis geteisterd hebben, hebben ook hun stempel op de Oekraïense volksliederen gebracht en weerklank gekregen in talloze weemoedige liederen.

Tot de typische trekken van het Oekraïense volkslied behoort onder meer de volkseigene meerstemmigheid, geheel geïmproviseerd door de uitvoerenden.

Vanaf de 18 eeuw zijn duizenden melodieën verzameld en in druk verschenen. De meeste werken van de Oekraïense componisten worden gestuwd door de volksliederen. Vooral de opera’s van Mykola Lysenko (1842-1912), de symfonische werken van Vasyl Barwinsky (1888-1963), Lev Rewoudsky (1889-1977), Stanislav Loedjkewycz (1879-1979), e.a. Ook Russische componisten als Moussorgsky (o.a. Jaarmarkt van Sorotsjintsi), Tsjaikowsky (2e symfonie, Pianoconcert in B kl. en andere werken) hebben veelvuldig gebruik gemaakt van Oekraïense motieven.

In de bewerking van de Oekraïense volksliederen trachtten vele componisten niet alleen de melodie maar ook de volkseigene meerstemmigheid weer te geven. Daarom zijn hun bewerkingen veelal bewust eenvoudig gehouden.

Merkwaardig dat bij uitvoeringen van het UBK van tijd tot tijd generaliserend van liedertafelstijl gesproken wordt. Het is waar dat liedertafelstijl ook in de Oekraïense 19e eeuwse muziek bij meerdere componisten verschillende sporen heeft nagelaten. Het is ook waar dat het UBK van tijd tot tijd enige nummers brengt welke tot deze categorie kunnen worden gerekend. Het is echter gevaarlijk het begrip liedertafel ook op de bewerking van alle Oekraïense volksliederen toe te passen. Vele componisten hebben bij de bewerking van de liederen bewust het liedertafelschabloon, hetzij in harmonie, hetzij in cadensen of stemvoering vermeden.

Wie deze bewerking van de echte liedertafelstijl niet onderscheiden kan, lijkt op de wijnproever die champagne met priklimonade verwart. Waarbij ik de echte, waardevolle, volksliederen dan als champagne beschouw.

Om niet enerzijds de indruk te wekken dat de Oekraïense muziek zich beperkt tot de volksliederenbewerking, en anderzijds om dit betoog over het UBK niet te overladen met historische gegevens over de Oekraïense muziek, merken wij hier slechts op dat Oekraïense componisten wel de eersten in Oost-Europa waren die symfonische muziek en opera’s geschreven hebben. Tegenwoordig zijn er zowel in als buiten Oekraïne tientallen componisten van formaat.

Hiervan noemen wij slechts, Lutkewycz, Rewuckyj, Latosjanskyj, Dankewicz, Mejtus, Sjtoharenko en Majboroda. Van de thans (1976) in het buitenland nog levende Oekraïense componisten noemen wij Zynovii Lysko (1895-1969),  wiens vocale werken in het UBK-repertoire worden uitgevoerd. [HJK: ook Andriy Hnatyschyn (1906-1995) in Wenen en Ivan Vovk (1921->1992) in Brazilië, hebben liederen voor het UBK gecomponeerd of bewerkt].

Op 02-10-1982 kwam Hnatyschyn naar Utrecht en dirigeerde de 2e helft van een UBK-concert geheel met eigen werken.